5. Een liefdevolle omgeving (1)
Eerder noemde ik Chris, die met baby Debbie haar vreselijke man Fokke ontvluchte. Inmiddels een kwarteeuw later is nog steeds niet duidelijk waar het gevaar precies in school. Maar Chris mocht graag aan iedereen uitleggen "dat het zinderde om Fokke". Nou, dat kan natuurlijk nooit goed zijn. Ze maakte ook duidelijk dat een starre, rechtlijnige en veeleisende vader slecht was voor Debbies ontwikkeling. Fokke had namelijk de eigenaardigheid kinderen te stimuleren bij het ontwikkelen van hun talenten. Hij bood hen uitdagingen in plaats van gezellig voor de tv te hangen. Hij was dus eigenlijk een onaangename, ouderwetse patriarch. Chris vond een betere opvolger in een rijpe Casanova. Hij schiep een stabiele, opvoedkundige en liefderijke omgeving. Deze Herman nam koekoeksjong Debbie op de koop toe. "Een kind is een kind," was zijn nogal wazige, maar diepzinnig bedoelde redenering.
Er wachtte haar bij Herman zelfs nog een extra verrassing, naar een paar jaar later bleek. Hermans enigszins buitenissige kinderliefde is echter een verhaal op zichzelf, dat nog uit mijn pen moet vloeien. Hij was onmiskenbaar iemand met verstand van en gevoel voor kinderen. Een pedagogische hoogvlieger. Chris liet zich regelmatig ontvallen: "Samen met Herman repareer ik de schade die Fokke teweegbrengt". Dat sloeg op het riskante weekendje, dat Debbie op last van de kinderrechter, één keer om de twee weken bij haar eigen vader doorbracht. Pedagogisch natuurlijk een terugkerende ramp!
Fokke trof het eigenlijk wel met die Herman, omdat hij inschikkelijker bleek te zijn dan Chris wat de omgang van Fokke met Debbie betrof. Chris liet bij het uitvoeren van de omgangsregeling weleens een steekje vallen, ze smokkelde met afgesproken tijden en kwam regelmatig afspraken niet na. En zeg niet, dat zij een onbetrouwbaar sujet was, die haar belofte niet gestand deed; al haar uitglijertjes waren namelijk in het belang van het kind! In ieder geval bleek Herman een veel betrouwbaarder persoon om afspraken mee te maken. Wat in geen honderd jaar bij Chris zou opkomen, borrelde bij Herman spontaan op: hij moedigde het aan dat Debbie haar biologische vader Fokke af en toe opbelde. Als vader van twee (reeds volwassen) zonen kon hij zich namelijk goed verplaatsen in de situatie van Fokke.
Dat Chris zoiets niet lukte, verklaarde zij vroom met: "Ik kan Debbies vinger toch niet vasthouden om Fokkes nummer in te toetsen?". Des te opmerkelijk was het, dat het Herman dus wel lukte: hij hield Debbie's vinger wèl vast en het lukte hem wèl om haar vaders telefoonnummer in te laten toetsen. Het kind vond dat, zoals alle kleine kinderen, nog leuk ook. Herman maakte een aantrekkelijk spelletje van wat Chris als een moordende klus zag. Chris had het goed gezien: hij was inderdaad een pedagogische hoogvlieger...
Fokke prees zich daarom gelukkig met de nieuwe echtgenoot van zijn ex-vrouw!
Debbie was inmiddels een jaar of zeven en haar halfzus Suzan (eerder geboren dochter van Chris uit een andere verbintenis) twaalf, toen Herman en Chris besloten om een zeilvakantie op zee te houden. Dat was een ingewikkelde onderneming, omdat er thuis twee kinderen achterbleven, alsmede twee honden en zes katten. En dat allemaal gestouwd in een halfvrijstaande villa-achtige woning, die uiteraard ook moest worden bewaakt en schoon gehouden. Net als de achtergebleven auto. Alleen al het voeden en bezighouden van de levende have was een flinke klus. Kandidaten voor een tijdelijke oppasfunctie waren er zeker. Voor elke taak apart zeker. Maar Herman en Chris konden niet zo gauw iemand vinden, aan wie ze dit allemaal tegelijkertijd konden toevertrouwen. Die persoon moest vier weken lang een dwarse puber, een soms opstandig klein kind, een neurotische boerenfox, een vijfentachtig kilogram zware Mastiff (met de naam Kolossus), zes katten, een groot huis en een auto beheren. Potentiële kandidaten bleken telkens ongeschikt. Of als ze wel geschikt waren, zoals Chris' moeder oma Mies, gewoonweg te oud of te gammel. En mensen die drie keer per dag durfden wandelen met die veel grotere broer van Cujo lagen niet voor het opscheppen. Kortom, de meesten keken wel uit om vier weken zo te sloven.
Erg lang hebben Chris en Herman niet gezocht; de naam, die steeds weer naar boven dreef, was die van de voor gestoord versleten Fokke. Dat werd een nogal pikante situatie als ze hem zouden vragen! Tenslotte had Chris jarenlang iedereen, ook wie het niet horen wilde, uitgebreid geïnformeerd over Fokkes slechte uitstraling. Inmiddels was in brede kringen bekend dat hij een deprimerende invloed had op het welzijn van kinderen. En ironisch genoeg werd het gelijk van Chris, zij het onbedoeld, bewezen door Fokke zelf: hij toonde zich inderdaad niet goed snik. Desgevraagd stemde hij namelijk in met vier weken zorgen voor de hele tent.
Om de spanning nog wat op te drijven, bracht hij - toen het zover was - zijn eigen hond (een maf loeder), een kookboek en twee snelkookpannen mee. De laatste attributen (minus de hond), omdat Chris al uitgebreid haar verwachting had uitgesproken dat het vier weken lang ontdooien van diepvriesmaaltijden zou worden. Vier weken een malloot laten oppassen… is dat geen staaltje inconsequentie?
In ieder geval is het een bizarre oefening in opportunisme.