Rare portretten

Nieuwsbericht

Deze site is in opbouw. De Latijnse opvultekst wordt geleidelijk aan vervangen.

4. Stalen Kenau

september 2011 by harrem

Pronkstuk in mijn galerij rare portretten is Kijfke Veegh. Schrompelig oud besje, maar vergis je niet! Haar man Gerrit had niets in te brengen. Tijdens een liefdeloos huwelijk werd hij tweemaal verrast. Hij kwam ooit thuis voor de lunch om te ontdekken dat Kijfke hun huis had verkocht. Dat is één keer krankjorum en zoiets gebeurt daarna nooit meer, denk je dan. Enige jaren later vernam Gerrit bij het avondeten dat Kijfke ook dat huis van de hand had gedaan.

Hij zag er - dik in de zeventig - goedverzorgd uit: schoongewassen hemd en een vouw in zijn pantalon. Kijfke verzorgde hem goed zoals je dat ook met een geranium doet: natje, droogje en wat mest. Maar de bloem was lang geleden in de knop geknakt...

Zij hadden een dochter, Helle, die gaandeweg een kopie van haar moeder begon te worden. Dus was er ook een soort schoonzoon. Althans iemand die hun dochter bezwangerd had. Deze Fokke was een weerbarstig type. De jarenlange inspanningen van Kijfke ten spijt om hem als een schadelijk insect te pletten, stapte hij ongebroken door het leven. Hij was een van de weinigen, die Gerrit op waarde schatte. Hij praatte over meer dan voetbaluitslagen, omdat Gerrit een diepzinniger conversatie aankon dan algemeen werd aangenomen. Gerrit was trouwens slimmer dan Fokke in die ongemakkelijke situatie, waarin ze beiden vertoefden. Gerrit's overlevingsstrategie was: zwijgen, dankbaar kijken en vooral Kijfke gelijk geven. Fokke had die truc niet door. Daardoor dreigde het gevaar dat hij zijn tanden brak op het harde pantser van Kijfke. 

Een reeks bizarre ervaringen begon met de eerste Kerst, die Fokke met Helle en baby Truus zou doorbrengen. En onvermijdelijk met zijn ‘schoonouders’. Dat werd - net als diverse kerstfeesten daarna - een debacle. Kijfke had een snoer kerstlichtjes over en besloot dat de elders wonende Fokke dat in zijn kerstboom moest hangen. Nu had Fokke geen kerstboom, maar weigeren was geen optie. Dus hij nam het afdankertje plichtmatig mee en bedacht, dat hij zo een raam kon omlijsten. Toen bleek dat de lichtjes het niet deden. Stommeling, die hij was... hij had opgetogen moeten vertellen hoe fantastisch die kerstverlichting was. Maar neen, Fokke bracht op Eerste Kerstdag de verlichting terug. Naïef zei hij dat het stuk was, maar zonde om weg te gooien, dus alstublieft... Oprechtheid was voor hem vanzelfsprekend, maar sluwheid was handiger geweest.

Zo werkt dat namelijk niet bij Kijfke. De kerstverlichting was al dertig jaar in orde. Dus Fokke moest het wel stuk hebben gemaakt. Fokke zei spontaan, dat - als hij had geweten dat dit zo gevoelig lag - hij die verlichting eerst zou hebben nagekeken alvorens het geschenk aan te nemen. Zulke eerlijke oprispingen moet je niet doen bij Kijfke. Dat werd dus een knallende ruzie, want ieder woord dat Fokke daarna nog zei, schoot bij Kijfke in het verkeerde keelgat. Fokke kon de Kerst in zijn eentje doorbrengen, nadat Kijfke en Helle hem de deur uit hadden geschopt. De jaren daarop was er rond Kerstmis altijd wel iets, waarin de dames aanleiding vonden om hem te verbannen. U zult denken "hoe zit het dan met zijn baby?" Nou, daar heb je het misverstand; baby Truus was van Helle en Kijfke. Hij had alleen het broodnodige DNA geleverd en - net als bij bepaalde spinnensoorten - was zijn taak voorbij. De Zwarte Weduwe, een Zuid-Amerikaanse spin, vreet na de daad haar man op. Lekker voedzaam eiwit! Bij Fokke was het niet anders: afgezien van financiële steun, was zijn aanwezigheid na die eenmalige biologische bijdrage niet gewenst.

Met Gerrit ging het wat later niet goed. Hij werd getroffen door een beroerte, die resulteerde in een halfzijdige verlamming. Weer uit het ziekenhuis ontslagen, zag je hem wel eens door het stadscentrum sjokken met Kijfke aan zijn zijde. Zijn linkerhelft stond rechtop en de rechterhelft hing er maar wat bij. Zo trof ik het stel een keer aan in de hoofdstraat op weg naar het station. Het was een hartverscheurende aanblik; ik informeerde waarom ze geen bus of taxi hadden genomen. Toen bleek een taxi geldverspilling en de bus was weer gedoe met wachten en zo. Toen ik aanbood op mijn kosten een taxi op te roepen, werd dat van de hand gewezen, want Kijfke dopte haar eigen boontjes. Prijzenswaardig, maar ik zag hoe Gerrit erbij stond als een auto met een lekke voorband; overhangend naar rechts en met van die grote treurige hondenogen waar de koplampen zitten. Ik probeerde voorzichtig: "Ik zag dat u aan uw man moest trekken en duwen, mevrouw. Is zo'n geforceerde wandeling nou wel goed voor hem?" En tegen Gerrit: "Voelt u zich eigenlijk wel lekker, meneer?"

Kijfke sleepte Gerrit een stap naar voren en wilde nog net kwijt: "Dokter heeft zelf gezegd, dat hij moet bewegen". Ik probeerde voorzichtig: "Heeft de dokter ook gezegd dat hij over straat moet worden gesleurd?" Maar daar porde Kijfje haar man weer vooruit.

Een week later kreeg Fokke een telefoontje van de hoofdzuster van de neurologieafdeling waar Gerrit opeens bleek te liggen, nadat hij een tweede beroerte had gekregen. Zij had zich suf gebeld om familie te waarschuwen dat het niet goed ging met Gerrit. De stam had hem die dag voltallig naar het ziekenhuis gebracht en was vervolgens naar huis gestuurd, omdat Gerrit moest rusten. Later keek de famielje het ziekenhuispersoneel erop aan, dat er niet uitdrukkelijk bij was gezegd dat ze natuurlijk wel in de buurt moesten blijven. Slecht luisteren, slecht communiceren, wie zal het zeggen?

Omdat hij regelmatig voor baby Truus zorgde, bevond Fokke zich in Helle's huis, toen de hoofdzuster nog een wanhopige laatste poging deed iemand te bereiken. Haar restte niet anders dan de droeve mededeling dat Gerrit eenzaam en alleen was gestorven. Al zijn familieleden hadden het die dag te druk om een beetje in de buurt blijven.