Het zingen van de maan

 

Wat
mij nu doorleeft
is niet meer
dan een diep verdoken
zindering.

Slechts
heel even weet
ik
de tenen van
het Zijn

omwoekerd door de
warboel spinnendraden
op mijn hoofd.

Maar nooit
is het echt helemaal
verdwenen.

Dit oerbesef,mijn
bijna zekerheid
blijft
in de bevreemding
van dit alles,

dat oneindig
niets is
en dan nog
zo veel.


- Cheeke –

19-08-2005