ben een perfectionist in het kleine, het nutteloze, het absurde, omdat perfectie daar bereikbaar lijkt.

En vanochtend heb ik het zowaar bereikt: na zo’n twintig minuten klungelen met een pincet was daar de volmaakte symmetrie. Toch geeft het een stuk minder voldoening dan je zou verwachten. Hoe kan dat? Daar heb ik een tijd over nagedacht.

Het probleem lijkt me dat mijn streven naar perfectie op een bepaald, afgebakend terrein, me het zicht ontneemt op het geheel. Dat heb ik ervan geleerd. Ik heb ook geleerd dat mijn peinzende blik een stuk minder overtuigend is zonder wenkbrauwen.